Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Weerstandsvermogen
Onder weerstandsvermogen wordt verstaan het vermogen van de gemeente Urk om (onverwachte) verliezen en incidentele financiële tegenvallers op te kunnen vangen, zonder dat de continuïteit of de dienstverlening van de organisatie direct in gevaar komt of financiële noodmaatregelen nodig zijn.
Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen de weerstandscapaciteit, dat wil zeggen de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken en alle risico's waarvoor geen maatregelen zijn getroffen.
Beschikbare weerstandscapaciteit
De gemeente Urk rekent de volgende onderdelen tot de beschikbare weerstandscapaciteit:
- De algemene reserve;
- De bestemmingsreserves die dienen ter egalisatie van de volgende specifieke begrotingsposten: Sociale uitkeringen (WWB), Maatschappelijke ondersteuning (Wmo), Sociale werkvoorziening (WSW) en Sociaal domein;
- Stelpost onvoorziene uitgaven;
- De onbenutte belastingcapaciteit;
- De reserve Grondzaken (algemene weerstandsreserve grondexploitatie);
a. De algemene reserve
De stand van de algemene reserve bedraagt per 31 december 2021 € 5.112.311.
b. De bestemmingsreserves WWB, WMO, WSW en Sociaal domein.
Deze bestemmingsreserves zijn voor de jaarlijkse egalisatie van de geraamde baten en lasten van de betreffende doeleinden. Vanuit dat oogpunt kunnen deze reserves dan ook worden meegenomen bij de bepaling van de weerstandscapaciteit van de algemene dienst. Het niet beklemde deel van de geraamde stand van deze specifieke bestemmingsreserves bedraagt per 31 december 2021 € 8.761.325
c. Stelpost onvoorziene uitgaven
In de begroting is voor dekking van onvoorziene uitgaven een structureel gelijkblijvende stelpost opgenomen van € 159.000. Er zijn nog wel andere stelposten geraamd binnen de begroting. Deze stelposten zijn echter allemaal aangewezen voor specifieke doeleinden.
d. De onbenutte belastingcapaciteit
De onbenutte belastingcapaciteit is de ruimte die er nog is om de belastingen te verhogen. Dit betreft de ramingen aangaande de OZB, de afvalstoffen- en rioolheffingen. Daarbij is de nog onbenutte OZB gelijk aan de belastingheffing die nog kan plaatsvinden tot het niveau dat een gemeente moet heffen om voor toelating van een zogenoemde artikel 12 aanvraag in aanmerking te kunnen komen. Bij de afvalstoffen- en rioolheffingen is de nog onbenutte belastingcapaciteit alleen de ruimte totdat 100% kostendekking is gerealiseerd. In 2021 is er geen sprake van onbenutte capaciteit voor de OZB, riool- en afvalstoffenheffing.
e. De reserve Grondzaken (algemene weerstandsreserve grondexploitatie)
De stand van het vrij aanwendbare deel van de reserve grondzaken bedraagt per 31 december 2021 € 5.818.706
De weerstandscapaciteit (x € 1.000) | Begroot | Werkelijk |
---|---|---|
Algemene reserve (vrije deel) | 3.779 | 5.112 |
Bestemmingsreserves WWB, WMO, WSW en Sociaal Domein | 7.059 | 8.761 |
Stelpost onvoorziene uitgaven | 159 | 159 |
Onbenutte belastingcapaciteit | ||
Reserve grondzaken | 3.913 | 5.819 |
Totaal | 14.910 | 19.851 |
Risico-inventarisatie (berekening benodigde weerstandscapaciteit)
Een risico is de onzekerheid (kans) dat een gebeurtenis met (negatieve) gevolgen zich voordoet. Risicomanagement komt dus op de eerste plaats. Pas als een risico, ondanks de inspanningen op het gebied van risicomanagement, toch optreedt en negatieve financiële gevolgen heeft voor de gemeente, dan komt het weerstandsvermogen in beeld.
De risico’s van de gemeente worden ingedeeld in de volgende risicocategorieën:
- Algemeen
- Concreet
- Specifiek
Uitgangspunt bij het bepalen van de risico’s is het gegeven dat ze nooit allemaal tegelijk en met een maximale omvang zullen optreden. In een risicoprofiel van meerdere risico’s is het ondenkbaar dat ze tegelijk in één jaar zullen optreden. Sommige risico’s zullen zich nooit voordoen, terwijl andere zich daarentegen in hun maximale omvang manifesteren.
Eerst worden de algemene risico’s zoveel mogelijk in beeld gebracht. Voor algemene risico’s worden in de regel geen afzonderlijke reserves aangehouden. De concrete risico’s zijn in principe zoveel mogelijk gedekt door de aanwezige reserves en voorzieningen. De nadruk zal voor de berekening van de benodigde weerstandscapaciteit op de gemeentelijk specifieke risico’s komen te liggen.
Algemene risico’s
Algemene risico’s zijn voor de gemeente aan te merken als normale risico’s. De algemene risico’s worden ook meegenomen in de berekening van de benodigde weerstandscapaciteit. Omdat deze moeilijk individueel zijn te bepalen, wordt daarbij uitgegaan van de jaarlijkse begrotingsomvang. Op basis van de uitgangspunten wordt uitgegaan van een risicoprofiel van 5%.
Hieronder een opsomming van de belangrijkste of meest actuele algemene risico’s.
- Economische conjunctuur / Coronavirus
De economisch conjunctuur leek goed tot het Coronavirus zijn intrede deed. Het is op dit moment moeilijk te bepalen hoe groot de financiële impact zal zijn.
- Programma Aanpak Stikstof (PAS)
Veel bouwplannen sneuvelden de afgelopen periode als gevolg van de uitspraak Raad van State met betrekking tot de Programmatische Aanpak Stikstof. Het stikstofprobleem zien we voorlopig als een risico. Het mogelijk risico wordt gekwantificeerd en meegenomen in de risicoparagraaf van het project.
- Open einde regelingen
Door de economische ontwikkelingen kunnen aanspraken op verschillende regelingen toenemen. De uitgaven voor bijstand en minima kunnen daardoor stijgen. Bij de WMO blijkt het ook moeilijk te zijn om de uitgaven ‘in toom’ te houden. De gemeente loopt hier financiële risico’s. Voor de Sociale uitkeringsregelingen, WMO en de WSW zijn inmiddels egalisatiereserves gevormd. Deze reserves kunnen tegenvallende resultaten gedurende een aantal jaren opvangen.
- Grote investeringen
Opgaven en uitdagingen liggen de komende jaren zowel op het terrein van wonen als werken. Om antwoord te kunnen geven op de blijvende en toenemende vraag naar woningen (Zeeheldenwijk), moet Urk fors investeren. Daarnaast wordt Urk gevraagd haar bijdrage te doen in de economische ontwikkeling van Noordelijk Flevoland (Buitendijkse haven en bedrijventerrein). Bijdragen in de uitbreiding en verbeteringen van de infrastructuur (o.a. Randweg).
Concrete risico’s
Tot concrete risico’s worden risico’s gerekend waarvan de omvang van de te verwachten verplichtingen redelijkerwijs zijn in te schatten. Voor concrete risico’s worden bestemmingsreserves en voorzieningen ingesteld. De gemeente heeft bijvoorbeeld een reserve/voorziening ingesteld voor wethouders-pensioenen en -wachtgelden.
De hoogte van de voorzieningen en bestemmingsreserves dekken de gesignaleerde concrete risico’s in voldoende mate af. Er hoeven derhalve geen aanvullende voorzieningen te worden getroffen, waarvoor eventueel de weerstandscapaciteit moet worden aangesproken.
Specifieke risico’s
Tot de specifieke risico’s worden risico’s gerekend welke gelden voor de specifieke omstandigheden waarin de gemeente opereert. De specifieke risico’s bestaan uit:
- Gewaarborgde geldleningen
De gemeente Urk staat borg voor een zestal leningen. Op deze leningen wordt jaarlijks afgelost, waardoor het risico jaarlijks afneemt.
- Grondverkopen (grondexploitatie)
De risico inschatting van de grondverkopen in het kader van de grondexploitatie is op basis van de werkelijke boekwaarde van de complexen. Alle grondexploitaties worden jaarlijks bijgesteld en eventuele verwachte verliezen worden op dat moment genomen (ten laste van de reserve grondzaken wordt een voorziening ingesteld).
- Ontwikkelingen Sociaal Domein
Voor wat betreft de regionale afspraken in het Sociaal Domein zijn er enkele financiële risico’s die de nodige aandacht vragen. Voor de lange en de korte termijn. Dit geldt bijvoorbeeld voor het Zorglandschap Wmo en dan met name de (door)decentralisatie van Beschermd Wonen. Hoewel de decentralisatie met een jaar is uitgesteld laat deze taak ook halverwege 2022 nog steeds financiële vragen onbeantwoord voor zowel de regio als de afzonderlijke gemeenten. Ook zijn er risico’s in de regionale afspraken rond Jeugdhulp met Verblijf. De Jeugdwet verplicht gemeenten om voor de zwaardere vormen van hulpverlening samen te werken. Het gaat om de inkoop van de meeste zware/complexe vormen van jeugdzorg. In de Centrumregeling Sociaal Domein Flevoland zijn de samenwerkingsafspraken vastgesteld door de Flevolandse gemeenten. Op basis van de geldende aanbesteding is net als in 2020 ook in 2021 een risicodossier Jeugdhulp met Verblijf overlegd aan de regio (€ 4,7 miljoen) . Omdat deze nog niet formeel beoordeeld is, is deze niet meegenomen in de eindafrekening 2021. De verwachting is dat een dergelijke claim ook voor 2022 zal gaan gelden. In hoeverre dergelijke claims ook structureel doorwerken in de nieuwe noodzakelijke aanbesteding is vooralsnog onbekend (maar wel aannemelijk). Dit brengt derhalve een structureel financieel risico met zich mee. Temeer daar nog steeds geen inzage gegeven kan worden in de regionale verdeling op grond van het woonplaatsbeginsel. Tot slot geldt dat een belangrijke zorgaanbieder financiële problemen kent en van de regio gevraagd wordt om (extra) financieel bij te dragen.
In de onderstaande tabel worden de genoemde risico’s, voor zover mogelijk, gekwantificeerd. Deze risico’s kunnen zich eventueel op zowel de korte als de lange termijn voordoen.
Omschrijving | Grondslag Financieel risico | Risico profiel | Benodigde weerstands-capaciteit | Eventuele opmerkingen |
---|---|---|---|---|
Algemene risico's | ||||
Begrotingsomvang 2021 | 66.215.766 | 5% | 3.310.800 | Het is gewenst, gezien de geïnventariseerde algemene risico’s, om een deel van de beschikbare algemene weerstandscapaciteit hiervoor in te zetten. Conform de vastgestelde beleidskaders wordt een richtlijn gehanteerd, waarbij 5% van de ‘omzet’ als risicobedrag wordt opgevoerd. |
Specifieke risico's | 0 | 0 | ||
Gewaarborgde geldleningen | 6.229.776 | 5%-10% | 364.500 | |
Boekwaarde grondexploitaties woningbouw | 35.642.552 | 10% | 3.564.300 | Dit betreft de geraamde boekwaarde van grondexploitatiecomplexen woningbouw per ultimo 2021. |
Boekwaarde grondexploitaties bedrijventerrein | 6.354.773 | 20% | 1.271.000 | Dit betreft de geraamde boekwaarde van grondexploitatiecomplexen bedrijventerreinen per ultimo 2021. |
Totaal | 8.510.600 |
Ratio weerstandsvermogen
Het weerstandsvermogen wordt vertaald in een ratio waarbij de verhouding tussen de beschikbare weerstandscapaciteit en de benodigde weerstandscapaciteit wordt bepaald.
Weerstandsvermogen | = | Beschikbare weerstandscapaciteit |
---|---|---|
Benodigde weerstandscapaciteit |
Om de ratio voor het weerstandsvermogen te beoordelen wordt gebruik gemaakt van onderstaande waarderingstabel. Deze ratio moet in ieder geval hoger zijn dan 1,0 (waarderingscode C).
Het weerstandsvermogen bij de jaarrekening 2021 is met een ratio van 2,3 uitstekend.
Waarderingscijfer | Ratio weerstandsvermogen | Betekenis |
---|---|---|
A | > 2,0 | Uitstekend |
B | 1,4 tot 2,0 | Ruim voldoende |
C | 1,0 tot 1,4 | Voldoende |
D | 0,8 tot 1,0 | Matig |
E | 0,6 tot 0,8 | Onvoldoende |
F | < 0,6 | Ruim onvoldoende |
Financiële kengetallen
Met ingang van de begroting 2016 is het voor gemeenten verplicht een basisset van vijf financiële kengetallen op te nemen. Deze kengetallen zijn bedoeld om de gemeentelijke financiële positie inzichtelijker te maken en de vergelijkbaarheid tussen gemeenten te vergroten. De kengetallen en analyse geven gezamenlijk op eenvoudige wijze inzicht aan de gemeenteraad over de financiële positie van de gemeente Urk. Met behulp van de stoplichtkleuren groen, oranje en rood wordt respectievelijk de situatie gunstig, neutraal of ongunstig aangegeven. Het is aan gemeenten zelf om de kengetallen te normeren.
Kengetallen | Werkelijk | Begroot | Werkelijk |
---|---|---|---|
2020 | 2021 | 2021 | |
Netto schuldquote | 70% | 140% | 86% |
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen | 65% | 135% | 81% |
Solvabiliteitsratio | 37% | 25% | 33% |
Grondexploitatie | 47% | 85% | 62% |
Structurele exploitatieruimte | 2,5% | 1,4% | 3,3% |
Belastingcapaciteit | 118% | 114% | 110% |
Signaleringswaarden | gunstig | neutraal | ongunstig |
---|---|---|---|
Netto schuldquote | < 90% | > 90% en < 130% | > 130% |
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen | < 90% | > 90% en < 130% | > 130% |
Solvabiliteitsratio | > 50% | > 20% en < 50% | < 20% |
Grondexploitatie | < 30% | > 30% en < 40% | > 40% |
Structurele exploitatieruimte | > 0% | = 0% | < 0% |
Belastingcapaciteit | < 95% | > 95% en < 125% | > 125% |
Pijlers 2021
Aan de hand van 10 financiële regels houdt gemeente Urk haar financiële weerbaarheid op peil. Deze regels worden strak nageleefd en hebben hun waarde inmiddels bewezen. De afgelopen jaren is er fors geïnvesteerd in het voorzieningenniveau. Dit uit zich in een stijging van de woonlasten die boven de VNG-norm uitkomt. De woonlasten (belastingcapaciteit) komt daarmee voor 2021 uit op 10% boven het landelijk gemiddelde.
- Netto schuldquote & netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
De netto schuldquote weerspiegelt het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen. Om inzicht te verkrijgen in hoeverre sprake is van doorlenen wordt de netto schuldquote zowel in- als exclusief doorgeleende gelden weergegeven. Op die manier wordt duidelijk in beeld gebracht wat het aandeel van de verstrekte leningen is en wat dit betekent voor de schuldenlast. De beide schuld quotes van de gemeente Urk liggen ook in 2021 nog onder de door VNG gestelde normen. Wel zijn de schuld quotes toegenomen ten opzicht van 2020. Dit komt door het aantrekken van een geldlening in 2021.
- Solvabiliteit
Dit kengetal geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Onder de solvabiliteitsratio wordt verstaan het eigen vermogen als percentage van het balanstotaal. Het eigen vermogen van een gemeente bestaat uit de reserves (zowel de algemene reserve als de bestemmingsreserves) en het resultaat uit het overzicht van baten en lasten. De solvabiliteit 2021 is ten opzichte van vorig jaar iets afgenomen naar 33%.
- Structurele exploitatieruimte
Voor de beoordeling van het structurele en reële evenwicht van de begroting wordt het onderscheid gemaakt tussen structurele en incidentele lasten. Bij incidentele lasten of baten gaat het om eenmalige zaken die zich gedurende maximaal drie jaar voordoen. De structurele exploitatieruime van de gemeente Urk is voor de jaren 2016 tot en met 2021 positief.
- Grondexploitatie
Dit kengetal geeft weer hoe de waarde van de grond zich verhoudt tot de totale (geraamde) baten. Voor de berekening van dit kengetal worden de niet in exploitatie genomen gronden en de bouwgrond in exploitatie bij elkaar opgeteld en gedeeld door de totale baten uit de programmabegroting en uitgedrukt in een percentage. De boekwaarde van de voorraden grond is van belang, omdat deze waarde moet worden terugverdiend bij de verkoop. De accountant moet ieder jaar beoordelen of de gronden tegen een actuele waarde op de balans zijn opgenomen. De gemeente Urk voert een actief grondbeleid. Door investeringen in de Zeeheldenwijk en Port of Urk is het kengetal gestegen naar 62%.
- Belastingcapaciteit: woonlasten meerpersoonshuishouden
De belastingcapaciteit geeft inzicht hoe de belastingdruk in de gemeente zich verhoudt tegenover het landelijke gemiddelde. Bij de belastingdruk wordt uitgegaan van de woonlasten van een meerpersoonshuishouden. Onder de woonlasten worden verstaan de OZB, rioolheffing en afvalstoffenheffing voor een woning met gemiddelde WOZ-waarde in die gemeente. De gemeente kent reeds jaren en hoger percentage woonlasten dat het gemiddelde. Dit is toe te schrijven aan het hoge voorzieningenniveau. De woonlasten 2021 voor de gemeente Urk zijn gedaald naar 110% ten opzichte van het landelijk gemiddelde.