Inleiding
Treasury bestaat in hoofdlijnen uit de taken financiering, cashmanagement en renterisicobeheer. Het heeft tot doel te voorzien in vreemd vermogen tegen zo laag mogelijke kosten en ook te beschermen tegen financiële risico’s. Het wettelijke kader voor treasury ligt in de Wet Fido en het Treasurystatuut van de gemeente Urk.
Treasuryfunctie
De financieringsmiddelen die nodig zijn voor het uitvoeren van de begroting waaronder het doen van investeringen worden beheerd door de treasuryfunctie. Deze financieringsmiddelen worden aangetrokken op een complexe geld- en kapitaalmarkt. In deze paragraaf beperken wij ons tot het weergegeven van de financieringspositie lang, de kasgeldlimiet (korte schuldnorm) en renterisiconorm (lange schuldnorm). Onder de treasuryfunctie valt niet het garanderen van rente en aflossing van geldleningen van derden; deze worden per verzoek aan het bestuur voorgelegd.
Financiering lang
De financieringspositie van de gemeente Urk kan als volgt in beeld worden gebracht (bedragen x € 1.000).
Bedragen (x € 1.000) | rekening 2019 | rekening 2020 | rekening 2021 | begroting 2021 |
---|---|---|---|---|
(Im-)materiële vaste activa | 58.253 | 57.013 | 59.116 | 61.382 |
Financiële vaste activa | 8.367 | 8.259 | 8.170 | 8.002 |
Totaal vaste activa | 66.620 | 65.272 | 67.286 | 69.384 |
Voorraden (OHW) | 28.277 | 31.819 | 41.997 | 45.153 |
Totaal vaste activa en vooorraden | 94.897 | 97.090 | 109.283 | 114.537 |
Eigen vermogen: | ||||
Algemene reserve | 3.830 | 4.131 | 6.626 | 4.729 |
Bestemmingsreserves | 33.529 | 37.795 | 37.298 | 35.442 |
Vreemd vermogen: | ||||
Voorzieningen | 7.120 | 7.343 | 7.216 | 8.857 |
Langlopende leningen (> 1 jaar) | 60.550 | 55.908 | 71.360 | 69.847 |
totaal financieringsmiddelen | 105.029 | 105.177 | 122.499 | 118.875 |
financieringstekort of -overschot | 10.132 | 8.086 | 13.216 | 4.338 |
Afhankelijk van de ontwikkeling van het financieringssaldo, dat onder andere afhankelijk is van de uitvoering van het investeringsschema, en van de verwachte renteontwikkeling worden gedurende het jaar nieuwe geldleningen aangetrokken. De kasgeldlimiet en de renterisiconorm zijn daarbij randvoorwaarden.
In de jaarrekening 2021 blijkt evenals in eerdere jaren een aanzienlijk financieringsoverschot. Dit is het gevolg van het eerder aantrekken van financieringsmiddelen dan noodzakelijk op grond van het investeringsschema. Soms loopt het investeringsschema vertraging op t.o.v. de verwachting. Ook is in het verleden vroegtijdig financiering aangetrokken in verband met de lage rentestand. Het financieringsoverschot wordt in de toekomst gebruikt voor het financieren van de voorgenomen investeringen en van de voorraden in de grondexploitaties.
In het 4e kwartaal is er een lineaire lening van € 20 miljoen aangegaan. De verwachting is dat er in 2022 weer leningen worden aangetrokken, afhankelijk van het uitvoeringstempo van investeringen, de grondexploitatie en de renteontwikkeling.
Onderstaande tabel maakt de mutaties in de geldleningen en de invloed daarvan op de gemiddelde rente zichtbaar. De onder renterisico op vaste schuld vermelde mutaties zijn in deze tabel verwerkt.
Bedragen (x € 1.000) | rekening 2019 | rekening 2020 | rekening 2021 | begroting 2021 | |||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Stand per 1 januari | 67.686 | 60.550 | 55.908 | 55.908 | |||
Nieuwe leningen | 0 | 0 | 20.000 | 20.000 | |||
Reguliere aflossingen | -7.136 | -4.642 | -4.549 | -6.061 | |||
Vervroegde aflossingen | 0 | ||||||
Gemiddelde rentepercentage | 2,30% | 2,10% | 1,70% | 1,70% | |||
Stand per 31 december | 60.550 | 55.908 | 71.359 | 69.847 |
Kasgeldlimiet (norm voor korte schuld)
Een belangrijk instrument in de regelgeving is de zogenaamde kasgeldlimiet. Dit instrument is in het leven geroepen om de omvang van de kortlopende financieringsmiddelen te bewaken. De kasgeldlimiet voor 2021 bedraagt € 5,6 miljoen (8,5 % van het begrotingstotaal van € 66,2 miljoen). Van de ontwikkeling van de liquiditeitspositie in relatie tot de kasgeldlimiet kan het volgende overzicht worden gegeven (bedragen x € 1000).
Bedragen (x € 1.000) | rekening 2019 | rekening 2020 | rekening 2021 | begroting 2021 |
---|---|---|---|---|
Grondslag = omvang begroting per 1-1 | 63.964 | 67.728 | 66.216 | 61.526 |
Toegestane kasgeldlimiet (8,5 %) in bedrag | 5.437 | 5.757 | 5.628 | 5.230 |
Toets kasgeldlimiet | ||||
totaal netto vlottende schuld | -10.714 | -8.326 | -18.019 | 390 |
toegestane kasgeldlimiet | 5.437 | 5.757 | 5.628 | 5.230 |
Ruimte (+) / Overschrijding (-) | 16.151 | 14.082 | 23.647 | 4.840 |
Er was per einde 2021 sprake is van een forse ruimte binnen de liquiditeitsnorm doordat in het laatste kwartaal van 2021 een vaste geldlening werd aangetrokken van € 20 mln. die op 31 december nog niet geheel was ingezet voor de vaste financiering.
Renterisiconorm (norm voor lange schuld)
De renterisiconorm voor 2021 bedraagt € 13,2 mln.: 20 % van het begrotingstotaal van € 66,2. Deze norm wordt in de volgende tabel gerelateerd aan het werkelijke renterisico (bedragen x € 1.000).
Bedragen (x € 1.000) | rekening 2019 | rekening 2020 | rekening 2021 | begroting 2021 |
---|---|---|---|---|
Grondslag = omvang begroting per 1-1 | 63.964 | 67.728 | 66.216 | 61.526 |
Toetsing renterisiconorm | ||||
Renterisiconorm (20 %) | 12.793 | 13.546 | 13.243 | 12.305 |
Renterisico op vaste schuld (aflossingen) | 7.136 | 4.642 | 4.549 | 6.061 |
Ruimte (+) / Overschrijding (-) | 5.657 | 8.904 | 8.695 | 6.244 |
Uit het overzicht blijkt dat wij ruimschoots binnen de norm opereren. Er is geen sprake van leningen waarop op enig moment de rente herzien kan worden door de geldverstrekker.
Financiering kort (kasbeheer)
De lasten minus de baten van de jaarbegroting en ook de investeringen, worden in eerste instantie gefinancierd met kort geld, financieringsmiddelen met een looptijd van één jaar of korter. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de instrumenten “rekening-courantkrediet”, “daggeldleningen” en “kasgeld-leningen”. Bij het gebruiken van deze instrumenten wordt er op toegezien dat de kasgeldlimiet niet wordt overschreden. Zodra dat dreigt te gebeuren, vindt consolidatie plaats, door het aantrekken van langlopende leningen. Hierbij wordt zo goed mogelijk geanticipeerd op de verwachte renteontwikkelingen. De handelingen over het beheer geschieden conform het gestelde in het treasurystatuut.
Crediteurenbeheer
De gemiddelde doorlooptijd (van binnenkomst tot betaling) is 2 tot 3 weken. Er worden jaarlijks tussen de 7.500 en 8.000 inkoopfacturen van crediteuren verwerkt.
Kredietrisico
Het door de gemeente Urk verstrekken van leningen aan derden en het garanderen van de betaling van rente en aflossing van leningen is toegestaan voor zover het om het financieren van een publieke taak van de gemeente gaat. Wat tot de publieke taak van de gemeente behoort, bepaalt de gemeenteraad (Wet financiering decentrale overheden).
De gemeente Urk heeft de volgende leningen rechtstreeks aan derden verstrekt:
Bedragen (x € 1.000) | rekening 2019 | rekening 2020 | rekening 2021 | begroting 2021 |
---|---|---|---|---|
Hypothecaire leningen ambtenaren | 0 | |||
Leningen Sociale Zaken (o.b.v. 25%) | 322 | 269 | 242 | 322 |
Stichting Sportaccommodatie Urk | 3.213 | 3.117 | 3.019 | 3.061 |
Totaal | 3.535 | 3.386 | 3.261 | 3.383 |
De gemeente loopt over deze verstrekte geldleningen een beperkt risico. De Stichting Sportaccommodatie Urk heeft de opstallen als onderpand gegeven. Verder wordt jaarlijks, aan de hand van de jaarstukken, de financiële positie van de SSU beoordeeld.
Het onderdeel leningen verstrekt in het kader van Soza-regelingen heeft voornamelijk betrekking op de verstrekking van BBZ-kredieten aan bedrijven. Met betrekking tot deze leningen ligt het grootste deel van het risico (75%) bij de rijksoverheid. De rest van het risico ligt bij de gemeente.
Gebruikte rentepercentages
De werkelijke rentelast wordt over de verschillende begrotingsonderdelen verdeeld naar rato van de boekwaarden van de kapitaalgoederen die voor die onderdelen worden ingezet. Sinds 2021 bedraagt dit "omslagpercentage" 1,7%. Het is de resultante van de rentelast en de boekwaarden van de vaste activa op 1 januari.
Op grond van het Besluit Begroten en Verantwoorden worden aan de grondexploitaties rentekosten in rekening gebracht met afwijkende percentages. Die percentages bedragen in 2021 1,33% voor het complex Zeeheldenwijk (projectfinanciering in 2018) en voor de overige grondexploitaties 1,2%.